Gedragen aanpak nodig voor kwaliteitsvolle minimumdoelen basisonderwijsAdvies over het voorstel van minimumdoelen voor het basisonderwijs

De Vlaamse Minister van Onderwijs stelde in december 2024 Daniel Muijs, hoogleraar aan Queen’s University Belfast, aan als hoofd van een commissie om de minimumdoelen te herschrijven voor het einde van de kleuterklas, het vierde leerjaar en het zesde leerjaar. Deze minimumdoelen werden opgeleverd op 30 april 2025, samen met een overkoepelend rapport en een visietekst per vakdiscipline. 

Het voorstel van minimumdoelen komt tot stand in een context van toenemende zorg over de kwaliteit en de effectiviteit van het basisonderwijs. De Vlaamse Onderwijsraad deelt de ambitie om via inhoudsrijke minimumdoelen het curriculum van het basisonderwijs te versterken. Het is goed dat er afgestapt wordt van vage competentieformuleringen die weinig richting geven. Via inhoudsrijke minimumdoelen is het voor iedereen duidelijk op welke doelen een school minimaal moet focussen.  Vanuit het oogpunt van gelijke onderwijskansen is dat een belangrijk fundament: zo weten we dat elke leerling toegang heeft tot dezelfde basis van kennis en vaardigheden, die de essentie van het basisonderwijs weerspiegelt. 

Tegelijk stelt de raad vast dat het hier gaat om een ingrijpende onderwijshervorming, met aanzienlijke implicaties voor leraren, schoolteams en leerlingen. Dat vraagt om goed onderbouwde doelen, met voldoende draagvlak en die binnen een haalbare termijn uitgerold worden. Enkel dan kan deze vernieuwing ook een daadwerkelijke verbetering betekenen. 

De Vlaamse Onderwijsraad vindt de huidige tijdsspanne waarin deze hervorming wordt doorgevoerd niet redelijk. Die bezorgdheid slaat op drie punten 1) de datum van 1 september 2025 waarop de minimumdoelen principieel van kracht gaan, 2) het moment waarop scholen door de onderwijsinspectie zullen worden beoordeeld op het behalen van de minimumdoelen en 3) de implementatietijd in verhouding tot de professionele ondersteuning en de mogelijkheden van basisscholen.

Inhoudelijke reactie 

De raad waarschuwt dat de hoge mate van detail in de doelen de professionaliteit van leraren onder druk zet. Leraren zijn geen pure uitvoerders, maar professionals die vanuit hun expertise, verantwoordelijkheid en autonomie vorm geven aan kwaliteitsvol onderwijs. De raad pleit voor een evenwichtige invulling van minimumdoelen die richting geeft, maar ook ruimte laat. 

Op basis van de huidige informatie schat de raad in dat de voorgestelde set niet haalbaar is binnen de gestelde onderwijstijd (70%), wetende dat de vrijheid van onderwijs moet gegarandeerd zijn en dat leerplanmakers nog eigen leerinhouden kunnen toevoegen. Een overvolle set houdt het risico in dat scholen zich genoodzaakt zien tot oppervlakkige behandeling van de minimumdoelen, terwijl net een solide kennisbasis wordt beoogd.

De nieuwe minimumdoelen, bijvoorbeeld voor muzische vorming en zwemmen, zullen ook bijkomende investeringen vragen, terwijl de financiële noden in het basisonderwijs al geruime tijd gekend zijn. Bovendien vraagt de toepassing van de minimumdoelen een doorgedreven professionaliseringsaanpak. Er is een bredere aanpak nodig dan werken met het concept van inspiratiescholen. De Vlaamse Onderwijsraad vindt het essentieel dat alle scholen en leraren, vanaf schooljaar 2025-2026, voldoende tijd, bijkomende ondersteuning en middelen krijgen om zich de doelen eigen te maken, vorming te volgen en hun werking aan te passen. 

Aanbevelingen voor de implementatie

De geplande principiële inwerkingtreding op 1 september 2025 laat weinig ruimte voor communicatie, dialoog en verdere duiding naar het onderwijsveld, terwijl dit van belang is om het draagvlak te versterken. De wens om nu snel te schakelen voor het basisonderwijs is begrijpelijk, maar een overhaaste aanpak kan ten koste gaan van een succesvolle implementatie. 

Schoolteams willen meewerken aan vernieuwing die onderwijs versterkt, maar dat moet wel gebeuren binnen een realistisch tijdskader. Deze hervorming moet (meteen) gelden voor 9 jaar basisonderwijs. Dat wringt bij de uitrol: bij de start van de implementatie zullen de meeste leerlingen al een deel van hun onderwijstraject hebben afgelegd, een traject dat geënt is op de oude doelen. Het is zinvol om een overgangsperiode van drie tot vijf schooljaren te voorzien die ingaat vanaf het moment dat scholen de nieuwe minimumdoelen verplicht moeten implementeren. Concreet vraagt de raad om decretaal vast te leggen dat scholen bij een doorlichting in deze overgangsfase geen ongunstig advies kunnen krijgen louter omdat de nieuwe minimumdoelen nog niet bereikt zijn.

Download hier het volledige advies (PDF, 543.49KB)