Seminaries beleidsagenda onderwijs
In aanloop naar de Vlaamse verkiezingen formuleert de Vlor zijn verwachtingen voor het toekomstig onderwijsbeleid. De Raad wil een beleidsagenda voor het onderwijs uitwerken, waarmee de volgende Vlaamse regering, en in het bijzonder de volgende minister van Onderwijs, aan de slag kan. De beleidsagenda zal focussen op strategische prioriteiten voor de volgende bestuursperiode.
In de voorbereiding van die beleidsagenda leggen we de link tussen onderwijsbeleid, onderwijspraktijk en wetenschappelijk onderzoek. Dat zal gebeuren in seminaries, waarin we actief op zoek gaan naar input vanuit wetenschappelijk onderzoek, om die te verbinden met wat er leeft in het onderwijsveld. We focussen in de seminaries op onderwijskwaliteit, diversiteit in schoolteams en mentaal welzijn van het onderwijspersoneel.
We nodigen graag het brede onderwijsveld uit om in gesprek te gaan met onderzoekers rond drie thema’s: diversiteit in schoolteams (24 mei), mentaal welzijn van onderwijspersoneel (1 juni) en onderwijskwaliteit (21 juni). De seminaries vinden telkens vanaf 13u in het Huis van het Nederlands (Philippe de Champagnestraat 23, Brussel).
Diversiteit in schoolteams: woensdag 24 mei
De samenleving anno 2023 is zeer divers. Die grote mate van diversiteit wordt niet weerspiegeld in het onderwijspersoneel in Vlaanderen en het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. De Vlor heeft al meermaals gevraagd naar overheidsmaatregelen om die diversiteit te waarderen en bevorderen. Vele actoren op het terrein zetten zich ervoor in, zo bleek uit diverse seminaries die de Vlor over het thema organiseerde, zie heel recent nog: Diversiteit in schoolteams. De rol van de lerarenopleidingen in de kijker.
Op basis van onderzoek en ervaringen werden al heel wat drempels en uitdagingen voor meer diversiteit bij het onderwijspersoneel in kaart gebracht:
- Jongeren met een diverse achtergrond hebben niet altijd een even vlotte schoolloopbaan en bijgevolg geen positieve kijk op het lerarenberoep;
- Het algemene gebrek aan maatschappelijke waardering voor het lerarenberoep;
- Studenten ervaren in de lerarenopleiding diverse drempels o.a. de hoge eisen voor taalvaardigheid Nederlands, een gebrek aan (h)erkenning voor hun identiteit in het curriculum, het lesmateriaal en vanuit (sommige van) hun opleiders, moeilijkheden bij het vinden van een stageschool (o.a. als gevolg van het verbod op levensbeschouwelijke kentekens in veel scholen);
- Kandidaat-leraren merken dat hun identiteit hen parten speelt bij het solliciteren naar een baan;
- (beginnende) leraren voelen zich niet altijd aanvaard in het schoolteam of worden naar hun aanvoelen te vaak aangesproken op hun identiteit of ingezet om leerlingen en ouders met dezelfde achtergrond te begeleiden, terwijl ze gewoon een goede leraar willen zijn voor alle leerlingen.
‘Diversiteit’ is in deze context breed te interpreteren. Denk aan etnisch-culturele en socio-economische achtergrond, gender, verschillende statuten, en een combinatie van meerdere perspectieven. De Vlor stelt vast dat er nog altijd sterk in termen van ‘wij-zij’ gedacht wordt, terwijl elke persoon verschillende identiteiten in zich draagt en dat geheel de persoon maakt tot wie hij is (kruispuntdenken of intersectionaliteit).
Het seminarie start met een presentatie voorbereid door een groep onderzoekers: Benjamin Ponet (UGent, Vakgroep Onderwijskunde), Elke Emmers, Katrien Hermans en Liesbet Saenen (UHasselt, School voor Educatieve Studies), Julia Steenwegen (Universiteit Antwerpen, Onderzoeksgroep Edubron), Reinhilde Pulinx (UCLL, Expertisecentrum Inclusive Society) en Wendelien Vantieghem (UGent, Steunpunt Diversiteit & Leren)
Hun bijdrage richt zich op lessen die we kunnen trekken uit de onderwijspraktijk om meer diversiteit te realiseren op verschillende onderwijsniveaus, met speciale aandacht voor (1) de leerling-leraarrelatie in het leerplichtonderwijs, (2) de lerarenopleiding, en (3) professionalisering in schoolteams.
Mentaal welzijn van onderwijspersoneel: donderdag 1 juni
Het Vlaamse onderwijspersoneel staat onder druk: hoge maatschappelijke verwachtingen, de coronacrisis, het lerarentekort, … Het Serv-rapport Evolutie van de werkdruk bracht recent nog de stijgende werkdruk onder de aandacht. Al in 2019 stelde de werkbaarheidsmeting vast dat de zorg- en onderwijsfuncties de grootste toename van de werkdruk kennen: “Voor deze beroepsgroepen zien we een stijging van het aandeel werknemers met hoge werkdruk van 27,8% in 2004 naar 42,7% in 2019.” Zeven op de tien van die werknemers met hoge werkdruk rapporteren emotionele belasting. Zij lopen een hogere kans op werkstress, burn-outsymptomen en onevenwicht in de werk-privécombinatie.
Het ziekteverzuimpercentage voor het Vlaamse onderwijspersoneel is de afgelopen jaren blijven stijgen. Psychosociale aandoeningen waren ook bij de laatste meting in 2021 de voornaamste oorzaak van ziekteverzuim; het gaat om 39,78% van de ziektedagen (44,63% bij mannen en 39,59% bij vrouwen). Bij de directie ligt dat percentage nog hoger (48,68%).
Volgende sprekers zullen hun inbreng doen: Melissa Tuytens, Eva Vekeman, Geert Devos (UGent) en Mieke Meirsschaut en Bénédicte Vanblaere (Arteveldehogeschool):
Hun bijdragen richten zich op (1) psychosociaal welzijnsbeleid en strategisch personeelsbeleid en (2) hoe schoolorganisaties werkbaar kunnen veranderen vanuit expertiseontwikkeling, gedeeld leiderschap, waarderend personeelsbeleid, prioritering en voldoende tijd en middelen.
Onderwijskwaliteit: woensdag 21 juni
De ambitie om de onderwijskwaliteit te versterken is niet weg te slaan uit de actualiteit. In het maatschappelijk debat gaat het dan vaak over de output van onderwijs. Uit internationaal vergelijkend onderzoek (zoals PISA, TIMMS, PIRLS) en Vlaamse peilingen blijkt dat de leerresultaten op bepaalde domeinen achteruitgaan. Er wordt ook een prestatiekloof vastgesteld die samenhangt met de sociaal-economische status van leerlingen.
Ook binnen de Vlor is onderwijskwaliteit een cruciaal thema. Niet alleen in beleidsdossiers zoals rond de eindtermen en de Vlaamse toetsen, maar als een rode draad doorheen onze werking, zoals bijvoorbeeld in het colloquium ‘onderwijskwaliteit op tafel’ (2022). Daarbij staat voor de Vlor een brede invulling van het begrip ‘onderwijskwaliteit’ centraal. Dergelijke brede invulling is ook verwoord in het referentiekader onderwijskwaliteit. Het bevat 37 minimale gemeenschappelijke kwaliteitsverwachtingen. Elke school voert een eigen kwaliteitsbeleid en moet aan elk van die kwaliteitsverwachtingen tegemoet komen.
Volgende centrale sprekers zullen hun inbreng doen: Jonas Dockx, Katrijn Denies, Lore Pelgrims, Rianne Janssen, Koen Aesaert (KU Leuven, Centrum voor Onderwijseffectiviteit en -evaluatie).
In hun bijdrage gaan de onderzoekers dieper in op de sterktes en beperkingen van de peilingsonderzoeken en internationaal vergelijkende studies volgens verschillende punten:
- Een vergelijking van de inhoudelijke kaders en toetskaders van de peilingsonderzoeken en internationaal vergelijkende studies.
- Een vergelijking van de trends die beschreven worden enerzijds in de peilingsonderzoeken, en anderzijds in TIMSS, PIRLS en PISA.
- Hun inzichten over onderwijskwaliteit, en over de beperkingen en mogelijkheden van bovenstaande onderzoeken om oorzaken van onderwijskwaliteit vast te stellen.
Wouter Schelfhout (Universiteit Antwerpen) zal de bijdrage aanvullen met een reflectie vanuit de invalshoeken schoolleiderschap, professionalisering en schoolontwikkeling.