Leraren arbeidsmarktgerichte opleidingen professionaliseren via technologische innovatie

INNOVET: CYCLUS 1 (2018-2020)

InnoVET cyclus 1 was een initiatief van de Vlaamse overheid en de Regionale Technische Centra (RTC). De Vlor coördineerde het project door de deelnemende projecten op te volgen.

Onze snel veranderende samenleving zorgt voor een transformatie van de arbeidsmarkt. Onderwijs kan niet achterblijven. Inzetten op innovatie en professionalisering kan ons daarbij helpen.

InnoVET staat voor innovatieve opleidingen in Vocational Education and Training (VET). Het project is bedoeld voor scholen met bso- of tso- richtingen en wil leerkrachten en leerlingen vertrouwd maken met de arbeidsmarkt van vandaag en morgen.

Uit het IDEA-rapport van mei 2018 kwamen een aantal uitdagingen naar voor die het belang van die op til staande evoluties andermaal onderstrepen en de bijhorende uitdagingen voor zo’n vorm van innovatief onderwijs aangaven. Meer info

Innovatieve trajecten op school

In het schooljaar 2018-2019 lanceerde het Departement Onderwijs een projectoproep. Scholen werden vanuit hun RTC aangevuurd om te kandideren voor een innovatief traject. Uit de 22 voorstellen die werden ingediend, selecteerde een beoordelingscommissie 13 innovatieve trajecten die gedurende dit schooljaar werkingsmiddelen zullen ontvangen om hun projecten te realiseren. De kapstok voor dit alles is de ‘Visie 2050’ van de Vlaamse regering, waarbij men met de inzet van 7 transitiegebieden Vlaanderen (en dus ook ons onderwijs) wil katapulteren tot een Europese topregio.

Wat doet InnoVET?

Innovatie

InnoVET wil de noden van morgen mee vormgeven in het onderwijs van vandaag. Het project zorgt voor meer innovatieve projecten en een bijbehorend beleid. Bovendien kan InnoVET stimuleren dat het bestaande aanbod van lesmateriaal en methodieken (meer) gebruikt wordt.

Innovatie gaat om meer dan louter technologische evoluties. 21ste-eeuwse vaardigheden zullen in de toekomst nog aan belang winnen. InnoVET wil nadenken over de rol van de nieuwe VET-leerkracht en de rol van de leerling daarbij. De nieuwe manier van werken doet ons onvermijdelijk stilstaan bij de afbakening van de grenzen tussen onderwijs en de bedrijfswereld. InnoVET wil daar attent voor zijn.

Netwerk

Via InnoVET kunnen scholen goede praktijken delen met elkaar, met en via de regionale technologische centra en andere partners.

Knowhow

InnoVET zet resoluut in op samenwerking met bedrijven om hun knowhow in onderwijs binnen te halen. Via het project ontstaat een wisselwerking tussen onderwijs en het bedrijfsleven.

Leraar

Hoe kan innovatie bijdragen tot professionalisering van de bso- en tso-leerkracht van de 21ste eeuw? InnoVET wil samen met hen de denkoefening aangaan over de kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om aan die uitdagingen te voldoen.

De geselecteerde projecten

G-Heat (Oost-Vlaanderen, Sint-Bernardusscholen – Oudenaarde. 30.295,93 euro): het project G-Heat voorziet in de realisatie van een competentiecentrum hernieuwbare energie en aanverwante technologieën specifiek gericht op de 6 bso Centrale verwarming en 7 bso Verwarming in samenwerking met de eerste en tweede graad Mechanica-Elektronica-Elektriciteit. Dankzij de realisatie van dit competentiecentrum zullen de betrokken leerkrachten beschikken over nieuwe technologie op het gebied van warmteopwekking om de woning te verwarmen. 

Aquaponics (Oost-Vlaanderen, GO! Tuinbouwschool – Melle. 8.766 euro): Aquaponics is het gecombineerd kweken van vissen (aquacultuur) en planten op water (hydroponics) in een zelfgebouwd, circulair ecosysteem. Gezien de huidige groei van de wereldpopulatie en de interesse van veel consumenten in korte keten producten, zorgt het verder uitbouwen en aanleren van deze innovatieve landbouwmethode voor een ecologische en sociale meerwaarde. Door de focus te legen op aquacultuur en hydrophonics zijn er duidelijke linken met heel specifieke lesdoelen van de afdelingen Dier, Plant, Ecologie en Milieu. 

Veilig werken aan hybride voertuigen (Oost-Vlaanderen, Emmaüs – Aalter. 22.900 euro): met dit project wordt een augmented realitytool en bijpassende opleiding voor leerkrachten ontwikkeld die de klemtoon legt op veilig werken aan elektrische en hybride voertuigen. Dit is vooral relevant gezien de automotive industry een snel evoluerende sector is waar veiligheidsissues sterk spelen. Leren omgaan met elektrische spanning in voertuigen door de leerkrachten en leerlingen in Autotechniek is een reële noodzaak en dus bruikbaar over heel Vlaanderen voor het studiegebied Auto.

My future is printing (Antwerpen, Talentschool -Turnhout. 11.000 euro): dit project promoot levenslang leren in de grafische sector door in te zetten op digitalisering en robotica. Samen met de partners zal verder ingezet worden op het inhoudelijk uitwerken van leerlijnen voor de leerlingen van de eerste, tweede en derde graad Grafische vorming en nascholing voor leerkrachten. Via een digitaal platform www.myfutureinprinting.be wordt de uitbouw van dit bestaand project verder verspreid over heel Vlaanderen.

Passief wonen met energiearme toepassingen (Antwerpen, TISP – Mol. 11.000 euro): dit project grijpt de opportuniteit van een nieuwe scholenbouw aan door via een proefopstelling relevante technieken (koeling/ warmte) aan te leren en te demonstreren. Dit is een verrijking voor leerkrachten en leerlingen Koeling en Techniek met uitbreiding naar Procesautomatisatie, industriële wetenschappen en Mechatronica. 

Digitaal Lesmateriaal Ruwbouw (Antwerpen, VTST – Turnhout. 9.000 euro): vanuit dit project wordt een high tech campus ontwikkeld die inzet op lesmateriaal ruwbouw voor leerlingen en leerkrachten bso, tso en dbso. Het zet in op vorming van leerkrachten, maar ook op meta-aspecten zoals de hybride leerkracht, het actualiseren en sterk invullen van de beroepskwalificaties en het digitaal capteren van leerprocessen.

Slimme school 2.0 (West-Vlaanderen, VTI Sint-Rembert – Torhout. 13.702,61 euro): met aandacht voor Internet of Things (IoT) zal binnen dit project een lessenpakket ontwikkeld worden voor leerkrachten en leerlingen in de richtingen Industriële wetenschappen, Elektriciteit-Elektronica en Industriële ICT. De bedoeling is, naast fysieke proeven, met internet te connecteren, zodat geleerd wordt producten en hun gebruikstijd automatisch te monitoren en aan te passen.  

Innoveren in de zorg (West-Vlaanderen, RHIZO – Kortrijk. 13.160,00 euro): dit is een project dat kadert binnen de opleidingen voor de zorgsector, waar een grote nood is aan innovatie. Het focust zich op een duidelijk doelpubliek: leerkrachten hbo5-verpleegkunde, zorgkunde en verzorging en toekomstige zorgprofessionals. Twee innovatieve thema’s staan centraal, zowel op vlak van technologische innovatie als op vlak van wetenschappelijk innovatieve inzichten: het elektronisch patiëntendossier en dementie. 

Leerkrachten op de schoolbanken met VR! (West-Vlaanderen, buso De Passer/KTA – Brugge. 21.669,50 euro): met dit project wordt technologische innovatie voor leerlingen mechanica centraal gesteld, ook binnen het inclusief onderwijs, specifiek voor leerlingen met autisme. De focus ligt op het leren werken in veilige omgeving via Virtual Reality. Dankzij de resulterende nieuwe didactische werkvorm kunnen leerkrachten coachende vaardigheden ontwikkelen die hen in staat stellen de juiste competenties te ontwikkelen om te groeien in een wereld gekenmerkt door verandering.

VR in de klas: op naar een methodiek (Vlaams-Brabant, TA – Keerbergen. 25.100 euro): het project vertrekt vanuit een reëel probleem: kunnen leren in een veilige omgeving en procedures aanleren waarbij fouten zonder gevolg blijven Net zoals bij ‘Veilig werken aan hybride voertuigen’ wordt ingezet op virtual reality met het verschil dat hier niet zozeer wordt gekeken naar het materiaal zelf, maar naar de professionalisering van de leerkrachten. Deze complementariteit is met andere woorden een extra verrijking en aanknopingspunt bij de reële noden van leerkrachten in alle  tso/ bso-opleidingen die VR-materiaal willen toepassen in hun lessen.

Digitaal leerplatform Vorm- en plaatstoleranties (Vlaams-Brabant, Damiaaninstituut – Aarschot. 11.300 euro): aan lokale producten in de maakindustrie worden steeds hogere eisen gesteld naar vorm- en plaatstoleranties. Belangrijk is dat leerkrachten en leerlingen in opleidingen mechanische vormgevingstechnieken, elektromechanica, industriële wetenschappen, werktuigmachines en mechanische technieken, een stap vooruitzetten. Met dit project wordt naast lesmateriaal ook aandacht besteedt aan het ondersteunen van digitale competenties en het gebruik van e-learningtechnieken. 

Mee met morgen - energietransitie (Limburg, VIIO – Tongeren. 25.000 euro): in navolging van drie jaar ‘Limburg STEM’t af!’ willen de reeds betrokken partners inzetten op flexibele hernieuwbare energie via specifieke innovatieve projecten. Een greep uit het aanbod: de elektrische vloer, de fietsende klas, één centrale energie-eenheid, een laadstation met RFID-stopcontacten, een werkend demohuis van de toekomst, een zonnevolger met astroklok en een ondiep captatienet in de volle grond.

Mee met morgen - zorgtransitie (Limburg, GO! TA Lanaken. 25.000 euro): in navolging van drie jaar ‘Limburg STEM’t af!’ willen de reeds betrokken partners tevens inzetten op cocreatie met de leerlingen uit de harde, de zachte sector en zorginstellingen om zorgtechnologische vernieuwingen te realiseren. Een greep uit het aanbod: het aankleden van een leefruimte voor personen met dementie, creatie van een ergonomische multifunctionele tafel voor een zorginstelling aangepast aan de noden van de bewoners, VR-technologie in te zetten in een kinderdagverblijf, woonzorgcentrum of jeugd- of gehandicaptenzorg en ontwikkelen van een virtual reality bike voor bewoners van een woonzorgcentrum.

InnoVET in de Vlor

De Vlor coördineerde de eerste cyclus van het project door de deelnemende projecten op te volgen. Binnen het overleg van de Vlor werden de onderwijsactoren ook gevraagd om een breed draagvlak te creëren voor het verder verspreiden van het project in het onderwijsveld. Een advies op eigen initiatief verduurzaamt  de succesfactoren uit het pilootproject.

Concreet ging de Vlor op zoek gaan naar generieke knelpunten en succesfactoren die de projecten blootleggen. Er werd ook bekeken hoe de output van leermiddelen, -producten en -processen op een laagdrempelige manier kan worden gedeeld met geïnteresseerden. Innovatief onderwijs betekent immers niet dat de projecten het warm water blijven uitvinden, maar leren van elkaar en zo hun expertise versterken. Ten slotte onderzocht de Vlor ook hoe de projecten in de toekomst kunnen worden verbreed. De meeste projecten zijn momenteel immers STEM-gerelateerd.

13/11/2019: Lerend netwerk

26/09/2018: Toelichting Innovet

14/05/2020 Inspirerend materiaal voor vaardigheden afstandsleren uit InnoVET

20/11/2020 Webinar InnoVET - inspiratiemoment voor onderwijsprofessionals bso en tso 

01/04/2021 Advies 'Innovatie en professionalisering in arbeidsmarktgericht onderwijs'

 

Alle projectresultaten, gaande van voorstellingsfilmpjes tot leermiddelen,
zijn verzameld op een deelwebsite van KlasCement

www.klascement.net/innovet

Cyclus 2

In november 2020 begonnen 9 nieuwe scholen aan een tweede cyclus van het project. 

Bekijk de projecten hier