Lerarenopleiding als fundament voor sterke leraren en kwaliteitsvol onderwijsAdvies over het versterken van de lerarenopleidingen om startbekwame leraren af te leveren

Een kwaliteitsvolle lerarenopleiding die leraren startbekwaam aan het begin van hun onderwijsloopbaan brengt, is essentieel in het licht van de ambitie om kwaliteitsvol onderwijs te bieden aan kinderen en jongeren.

Het belang van de lerarenopleiding kan niet overschat worden. Leraar zijn is complex en de maatschappelijke verwachtingen zijn hoog. De lerarenopleiding biedt het meest duurzame fundament om als leraar in de klas aan de slag te gaan en te blijven.

Lerarenopleidingen geven hun opleidingen vorm in een uitdagende context. Het leerplichtonderwijs kent een aantal complexe vraagstukken op vlak van onderwijskwaliteit. In het maatschappelijk debat daarover wordt ook kritisch gekeken naar de lerarenopleidingen. Ook de groeiende diversiteit en de maatschappelijke vragen aan onderwijs stellen de lerarenopleidingen en scholen op de proef. Scholen en de bredere samenleving hebben vragen bij de variatie tussen de lerarenopleidingen. Zijn leraren steeds voldoende gewapend wanneer ze starten aan hun loopbaan? Tot slot zorgt het lerarentekort voor een bijkomende druk op lerarenopleidingen en scholen. Het aantal flexibele trajecten stijgt. Die vragen maatwerk en een aangepaste aanpak. De verwachting leeft ook dat leraren snel opgeleid kunnen worden of dat ze kunnen voorbereid worden op een onderwijsloopbaan zonder dat ze een lerarenopleiding behalen. Deze context zet de competenties van een leraar en het recht op kwaliteitsvol onderwijs van leerlingen sterk onder druk.

Opdracht en inhoud lerarenopleiding

Als we studenten in de lerarenopleiding willen opleiden tot de veelzijdige professional die het onderwijs en de samenleving nodig heeft, dan heeft de lerarenopleiding drie belangrijke opdrachten: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming.

De basiscompetenties zijn nog steeds een actueel kader die mee dienen als referentie voor het curriculum en het beoordelingskader voor studenten in de lerarenopleidingen. Ze sluiten aan bij de visie op de leraar als professional, die ook aansluit bij de vijf bouwstenen van het lerarenberoep. Het diploma leraar moet de startbekwaamheid garanderen, voor alle rollen en verantwoordelijkheden die in de basiscompetenties opgenomen zijn.

De Vlor benadrukt het belang van een evenwichtig curriculum, bestaande uit drie componenten: de vakinhoud, de vakdidactiek en algemeen pedagogisch-didactische inhouden.

Aanbevelingen

De Vlor doet een aantal aanbevelingen om de lerarenopleidingen te versterken in hun ambitie en decretale opdracht om startbekwame leraren af te leveren. De Vlor ziet daarin een specifieke rol weggelegd voor de lerarenopleidingen zelf, maar ook voor scholen en de overheid. Het uitgangspunt is dat lerarenopleidingen zelf verantwoordelijkheid opnemen om de uitdagingen aan te gaan en dat de overheid hierin een ondersteunende rol heeft.

De Vlor pleit voor een betere afstemming tussen de curricula van de verschillende lerarenopleidingen, als het gaat over de verhouding tussen de drie componenten vakinhoud, vakdidactiek en algemeen pedagogisch-didactische inhouden. Dat kan door afspraken te maken over het minimum aantal studiepunten dat elke lerarenopleiding besteedt aan elk van deze componenten. Die moeten ook een substantieel aandeel van elke lerarenopleiding vormen.

Die dialoog en verdere afstemming is ook nodig voor het vrijstellingenbeleid die lerarenopleidingen hanteren voor instromende studenten. Studenten ervaren verschillen tussen lerarenopleidingen in het toekennen van vrijstellingen. Dat leidt tot onduidelijkheid en verwarring en creëert shopgedrag bij studenten.

Ook is het nodig dat er een structurele en inhoudelijke samenwerking komt tussen de lerarenopleidingen, het werkveld van alle onderwijsaanbieders en alle pedagogische begeleidingsdiensten. Die samenwerking moet decretaal vastgelegd worden. Op dit moment is de samenwerking vaak te beperkt en te vrijblijvend, terwijl het de motor is om de kloof tussen praktijk en theorie te overbruggen. Om dit ‘samen opleiden’ te doen slagen, moet de overheid ook werk maken van de noodzakelijke randvoorwaarden om de stagebegeleiding vorm te geven en een sterkere begeleiding van de LIO-trajecten realiseren.

Download hier het volledige advies (PDF, 616.7KB)