Advies over de aanvragen voor onderwijsbevoegdheid volwassenenonderwijs 2017-2018

Op 23 december 2016 wijzigde de overheid bij spoeddecreet de toekenning van onderwijsbevoegdheid aan de centra voor volwassenenonderwijs. Sinds 1 september 2017 wordt de onderwijsbevoegdheid van een centrum voor volwassenenonderwijs door de Vlaamse overheid toegekend per vestigingsplaats, onder de vorm van een studiegebied voor het secundair volwassenenonderwijs, een opleiding voor het hoger beroepsonderwijs of een specifieke lerarenopleiding. Een centrum voor volwassenenonderwijs kan deze opleidingen enkel organiseren in de vestigingsplaatsen waarvoor de onderwijsbevoegdheid toegekend is. Een penitentiaire instelling wordt daarbij als een afzonderlijke vestigingsplaats beschouwd. Een centrum kan op twee manieren een bijkomende onderwijsbevoegdheid verwerven:

  • Het centrumbestuur vraagt onderwijsbevoegdheid aan voor een bijkomend studiegebied in een bepaalde vestigingsplaats;
  • Het centrumbestuur ontvangt in het kader van overheveling de onderwijsbevoegdheid voor een bijkomend studiegebied van een ander centrumbestuur.

Een centrumbestuur moet voor 15 februari of 30 september een gemotiveerde aanvraag indienen bij het Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS). De Vlaamse Regering kan de aanvraag weigeren of inwilligen met een gemotiveerde beslissing. Sinds 1 september 2015 moet zij hierover eerst het advies vragen van de Vlaamse Onderwijsraad. Ook de criteria voor de beoordeling van de aanvragen werden aangepast.

Beoordelingscriteria

De Vlor stelde voorafgaand aan de bespreking van de dossiers beoordelingscriteria op. Die zijn gebaseerd op het decreet betreffende het volwassenenonderwijs van 2007 en het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van het aanbod in het volwassenenonderwijs (19 juli 2007):

  • Past de nieuw aangevraagde onderwijsbevoegdheid in een langetermijnvisie van het centrumbestuur?
  • In welke mate is er een regionale maatschappelijke behoefte aan de nieuw aangevraagde onderwijsbevoegdheid in die vestigingsplaats?
  • In welke mate is er een potentieel aan cursisten voor de nieuw aangevraagde onderwijsbevoegdheid in het rekruteringsgebied van die vestigingsplaats van het centrum?
  • Wordt er samengewerkt met derden voor de organisatie van de nieuw aangevraagde onderwijsbevoegdheid in die vestigingsplaats?
  • Beschikt het centrum over de nodige leraarsuren, expertise en infrastructuur voor de organisatie van de nieuw aangevraagde onderwijsbevoegdheid?
  • Is er in het kader van de laatste doorlichting in het centrum een voorbehoud van de inspectie voor een opleiding die behoort tot het studiegebied waarvoor de onderwijsbevoegdheid wordt aangevraagd?
  • Komt de kwaliteit van de andere opleidingen van het centrum voor volwassenenonderwijs niet in het gedrang?
  • Is het principe van de vrije keuze gewaarborgd?

Bij de advisering van de aanvragen tot overheveling van onderwijsbevoegdheid hanteert de Vlor dezelfde criteria als bij de advisering van aanvragen tot onderwijsbevoegdheid. Wel besteedt de Vlor in geval van overheveling aandacht aan het criterium van langetermijnvisie van zowel het overhevelende als het ontvangende centrum. Ook bekijkt de Vlor in deze gevallen steeds de impact op de macrodoelmatigheid van het onderwijsaanbod.

Algemene opmerkingen

De Vlor merkt op dat de kwaliteit (onder meer volledigheid, onderbouwing, staving met cijfermateriaal en documenten) van de ingediende dossiers opmerkelijk hoger lag dan de kwaliteit van de aanvraagdossiers bij voorgaande indieningsrondes. Voor alle aanvragen voor uitbreiding van onderwijsbevoegdheid NT2 is een advies nodig van het Agentschap Integratie en Inburgering (gestaafd met documenten in het aanvraagdossier). Om een overaanbod te voorkomen, moet het agentschap de andere centra in de regio consulteren. Nu beperkt het agentschap deze consultatie tot een schriftelijke informatie en bevraging. De Vlor vraagt aan het agentschap en de centra om deze aanvragen minstens een maand voor de uiterlijke datum voor de indiening van de aanvraag, te agenderen op het regionaal NT2-overleg en voor dit overleg voldoende tijd uit te trekken.