Advies over de aanvragen tot programmatie in het gewoon secundair onderwijs 2016-2017 (tweede advies)

Op 14 januari bracht de Vlor advies uit over 19 programmatieaanvragen voor het voltijds secundair onderwijs voor het schooljaar 2016–2017. Op 8 april 2016 ontving de raad een tweede adviesvraag. Dat is een gevolg van een gewijzigde regelgeving opgenomen in het ontwerp van decreet betreffende het onderwijs XXVI. In afwachting van de goedkeuring van het ontwerp door het Vlaams Parlement heeft de overheid de wijzigingen al aan de scholen meegedeeld in een omzendbrief. De adviesvraag bevatte twee reeksen van dossiers: aanvragen op basis van studiecontinuïteit en aanvragen voor programmatie van een nieuw structuuronderdeel op basis van inruil waarbij een bestaand structuuronderdeel gelijktijdig wordt opgeheven.

Criteria

Studiecontinuïteit

Als gevolg van de nieuwe regeling in het ontwerp van decreet betreffende het onderwijs XXVI kan een school studiecontinuïteit alleen nog inroepen indien het structuuronderdeel dat zij aanvraagt onmiddellijk aansluit op de eerste oprichting van het onderliggende structuuronderdeel (2de graad aso-bso-kso-tso of 3de graad bso) na een eerder toegestane programmatie. Ingevolge deze nieuwe regeling vraagt de overheid nu opnieuw een advies over enkele dossiers waarover zij in december al een advies vroeg aan de Vlor op basis van de oude regeling. De Vlor beoordeelde aanvragen in het kader van studiecontinuïteit op basis van de nieuwe regeling. Hij adviseerde dus alleen gunstig beoordelen in twee gevallen:

  • Een programmatie van een structuuronderdeel op het niveau eerste en tweede leerjaar van de derde graad aso, tso, kso of bso is alleen mogelijk als het onderliggend structuuronderdeel in het tweede leerjaar van de tweede graad het voorafgaand schooljaar voor het eerst werd opgericht;
  • Een programmatie van een structuuronderdeel op het niveau derde leerjaar van de derde graad bso is alleen mogelijk als het onderliggend structuuronderdeel in het tweede leerjaar van de derde graad bso het voorafgaand schooljaar voor het eerst werd opgericht.

Inruil

Het ontwerp van decreet betreffende het onderwijs XXVI laat ook toe dat scholen een nieuw structuuronderdeel programmeren wanneer zij gelijktijdig een ander structuuronderdeel opheffen in de eigen school of in een andere school van de scholengemeenschap. Dit structuuronderdeel kan geen onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers zijn. De scholen moeten deze aanvraag niet motiveren in een bijgevoegd dossier. De overheid geeft hen hier de mogelijkheid om zelf keuzes te maken. Zij kunnen hun aanbod evalueren en nagaan welk aanbod het best past in hun pedagogische visie. Dit betekent o.m. dat zij niet-rendabele studierichtingen waarin zij veel lesuren investeren voor weinig leerlingen, kunnen afbouwen. De scholengemeenschappen krijgen het vertrouwen om na onderling overleg tussen hun scholen zelf te oordelen hoe zij hun aanbod meer rationeel kunnen uitbouwen. Zo respecteert de overheid de lokale autonomie en vermindert zij de planlast. De Vlor volgt de overheid in dit vertrouwen. Zolang het niet duidelijk is welke criteria de overheid zal hanteren bij de beoordeling van deze aanvragen, gaat hij alleen na in hoeverre de aanvraag past in het bredere aanbod in de regio. Ook elementen zoals de vrije keuze en de regionale spreiding worden in overweging genomen. Het is zeker een meerwaarde als de aanvraag past in het profiel van de school en/of in haar specifieke pedagogische visie.

Algemene opmerking

De Vlor moet hier opnieuw op een zeer korte termijn een groot aantal dossiers adviseren. In het belang van de scholen zorgt de Vlor er echter altijd voor om toch te adviseren binnen die korte termijn. De scholen moeten immers kunnen starten met de voorbereiding van het volgende schooljaar. Bovendien moeten leerlingen tijdig een studiekeuze, vaak gekoppeld aan een keuze voor een nieuwe school, kunnen maken. De raad heeft dat principe ook gehanteerd voor de advisering van de aanvragen tot programmatie in het buitengewoon secundair onderwijs. De raad ontving die adviesvraag op 9 december 2015 en formuleerde zijn advies op 14 januari 2016. De scholen wachten nog steeds op een definitieve beslissing van de Vlaamse Regering. De Vlor vraagt om hierover en ook over de aanvragen die nu pas voorliggen, vlug te beslissen.

Verder verloop

De Vlaamse Regering neemt een beslissing op basis van het advies van de Vlor, AgODi en de Onderwijsinspectie.