Advies over de aanvragen tot programmatie in het gewoon secundair onderwijs 2015-2016

De Vlor beraadde zich over 177 aanvragen voor structuuronderdelen die programmeerbaar zijn mits goedkeuring door de Vlaamse Regering en 3 aanvragen voor programmatie van niet-programmeerbare studierichtingen voor het schooljaar 2015-2016.

Criteria

De regelgeving over de programmeerbare structuuronderdelen mits goedkeuring door de Vlaamse Regering is sinds vorig schooljaar niet veranderd. Het is dus mogelijk om bij de beoordeling van die dossiers dezelfde criteria te gebruiken als voor de aanvragen die vorig schooljaar werden ingediend. De Vlor beoordeelt elk dossier in zijn geheel en beoordeelt ook steeds op basis van de kwaliteit van het dossier. Daarbij houdt zij rekening met volgende criteria:

  1. De programmatie beantwoordt aan de behoeften, zowel kwantitatief als kwalitatief, inzake onderwijsaanbod binnen de onderwijszone in kwestie. Daaronder kan ook vallen:
    • De programmatie van een structuuronderdeel als noodzakelijke onderbouw van een al bestaand bovenliggend studieaanbod.
    • De programmatie van studierichtingen op het niveau van de derde graad aso die een hergroepering zijn van de bestaande polen en die één van de studierichtingen is zoals opgesomd in bijlage 3 van de omzendbrief over het studieaanbod in het voltijds secundair onderwijs van 15/02/1999 (SO 60)
  2. De programmatie sluit inhoudelijk aan bij een objectief vastgestelde behoefte op de arbeidsmarkt. Daaronder kan ook vallen:
    • De programmatie van een structuuronderdeel waarbij een wettelijke grondslag vereist is om bepaalde beroepen te kunnen uitoefenen.
    • De programmatie van – per definitie arbeidsmarktgerelateerd – Se-n-Se waarmee de leerlingen een bijkomende beroepskwalificatie verwerven.
  3. De programmatie zorgt voor de studiecontinuïteit van de leerlingen binnen de school of scholengemeenschap.
  4. De programmatie past in een convenant.
  5. De programmatie betreft een STEM-gerelateerd structuuronderdeel.

Algemene opmerkingen

Evaluatie lijsten vrij programmeerbare en niet-programmeerbare structuuronderdelen

De codex secundair onderwijs bepaalt dat de Vlaamse Regering de lijsten van vrij programmeerbare en niet-programmeerbare structuuronderdelen vastlegt en jaarlijks evalueert met het oog op eventuele actualisering. De Vlor stelt vast dat deze lijsten nog niet geëvalueerd zijn. Uit de toepassing van de lijsten blijken volgens de Vlor immers enkele anomalieën. Zo is het niet logisch dat scholen een programmatie-aanvraag moeten indienen voor de specialisatiejaren die horen bij een vrij programmeerbare derde graad en alsook voor de onderliggende basisopties en beroepenvelden.

Derde graad aso

Bij de beoordeling van programmatie-aanvragen voor structuuronderdelen in de derde graad aso die meestal een hergroepering zijn van bestaande polen heeft de Vlor zich gebaseerd op de drie clusters zoals de overheid die vorig schooljaar gehanteerd heeft bij de beoordeling van deze dossiers: richtingen met een pool moderne talen, richtingen met een pool wiskunde of wetenschappen en tenslotte klassieke richtingen versus niet-klassieke richtingen. Hij heeft alleen die programmatie-aanvragen gunstig beoordeeld die noodzakelijk zijn voor de studiecontinuïteit van de leerlingen van de tweede graad van dezelfde school. Hij is daarvan alleen afgeweken in uitzonderlijke gevallen waar het ging om zeer weinig leerlingen.

Gelijktijdig opheffen van een ander structuuronderdeel

De codex secundair onderwijs bepaalt dat scholen structuuronderdelen kunnen programmeren zonder programmatie-aanvraag als zij gelijktijdig in de school of scholengemeenschap een ander structuuronderdeel opheffen. Dat structuuronderdeel kan niet het derde leerjaar van de derde graad zijn: specialisatiejaren en Se-n-Se. De Vlor vraagt om deze uitzondering te schrappen. Zij hindert scholen bij de uitbouw van een zinvol aanbod in het derde leerjaar van de derde graad. Scholen die bijvoorbeeld het specialisatiejaar bso logistiek willen inrichten, moeten daarvoor een programmatie-aanvraag indienen, ook als ze van plan zijn om het bestaande specialisatiejaar bso Kantooradministratie en gegevensbeheer op te heffen.

De niet-programmeerbare structuuronderdelen

Niet-programmeerbare structuuronderdelen zijn alleen programmeerbaar indien ze noodzakelijk zijn om binnen de school of scholengemeenschap de studiecontinuïteit van de leerlingen in de derde graad te garanderen. Scholen mogen echter de niet-programmeerbare structuuronderdelen die moeten zorgen voor studiecontinuïteit in de derde graad waarvoor zij een afwijking krijgen alleen organiseren in het eerste leerjaar van de derde graad en in het eerste en tweede schooljaar na toestemming tot afwijking en in het tweede leerjaar van de derde graad in het tweede en het derde schooljaar na de toestemming tot afwijking. Daardoor moeten scholen in de feiten opleidingen die ze mochten oprichten en waarin zij geïnvesteerd hebben, terug afbouwen. Ook de onderliggende tweede graad is in die omstandigheden in de feiten gedoemd om te verdwijnen. De Vlor vraagt om, zoals dit oorspronkelijk voorzien was, deze afwijkingsmogelijkheid niet te beperken in de tijd.

Verder verloop

De Vlaamse Regering neemt een beslissing op basis van het advies van de Vlor, AgODi en de Onderwijsinspectie.