Hoe spreek je over seks en relaties in een multiculturele context?
Is het gesprek over seks en relaties de olifant in de kamer voor moslimgezinnen? Dat zou je denken als je kijkt naar de heisa die ontstond bij de lancering van het nieuwe EVRAS-handboek voor seksuele en relationele vorming in het Franstalig onderwijs. De reacties waren soms heel heftig, ook (maar zeker niet alleen) bij een aantal moslimouders. “Toch hoeft dat helemaal niet zo te zijn”, vindt Samira Azeroual. Zij is aan de slag als stafmedewerker bij ouderkoepel KOOGO en dook voor haar bachelorproef gezinswetenschappen in het thema van seksuele en relationele vorming voor moslimgezinnen. Ze gaf daarover onlangs een boeiende toelichting aan de Vlaamse Onderwijsraad.
Waar komt het taboe over seks en relaties vandaan bij moslimgezinnen?
“Dat taboe is cultureel en niet religieus bepaald. In de islam is er best veel openheid om over dit thema het gesprek aan te gaan, maar wel vanuit een duidelijke stelling: geen seks voor het huwelijk. Dat blijft een belangrijke leefregel, vaak ook toegepast bij moslims van de tweede, derde of vierde generatie. Gaandeweg is daar een cultureel taboe bovenop gegroeid. Ouders gaan, ook vandaag, nog vaak uit van het principe ‘hoe minder we erover praten, hoe kleiner de kans dat mijn kind seksueel actief wordt’. Wetenschappelijk onderzoek heeft net het omgekeerde aangetoond. Openheid om erover te praten zorgt ervoor dat je kind geïnformeerd is en net langer wacht en ook heel bewust de keuze kan maken.”
Dat zet scholen voor een moeilijke opdracht?
“Ik heb zelf al de proef op de som genomen. Scholen roepen soms mijn hulp in bij het lessenpakket over seksuele en relationele vorming. Het gesprek aangaan is wel degelijk mogelijk, zeker met de leerlingen zelf. Ik werk altijd met stellingen en die mogen gerust uitdagend zijn. ‘Ik praat over seks met mijn mama en mijn papa.’ ‘Ik wil geen seks voor het huwelijk.’ ‘’Ik beslis zelf wanneer ik seksueel actief word’. Leerlingen kunnen daar heel uiteenlopende meningen over hebben en toch op een constructieve manier met elkaar in gesprek gaan. Heel belangrijk is om leerlingen in hun waarde te laten. Veroordeel ze niet omwille van hun kijk op seksualiteit. Die openheid is van groot belang. Creëer vertrouwen zodat ze vragen durven stellen. Tegelijk erken ik absoluut dat dit geen vanzelfsprekende opdracht is voor scholen. Durf daarom ook buiten de klasmuren te kijken. Buurtorganisaties die moslimgezinnen bereiken, kunnen soms heel veel knowhow aanreiken om dit tot een positieve ervaring te laten uitgroeien.”
Hoe ga je het gesprek aan met de ouders?
Werk aan een structureel en krachtig partnerschap tussen ouders en school via contact, connectie en communicatie. Toon vooral dat je open staat voor hun vragen en bezorgdheden. Bied dat ook actief aan, bijvoorbeeld tijdens een ouderavond. Vertel hoe zo’n lessenpakket in elkaar zit en neem hun bezorgdheden mee. Zo kom je tot cultuursensitief onderwijs. Dat betekent niet dat je lessen moet bijsturen en al helemaal niet dat je ze moet censureren. Wat in het leerplan staat, moet gegeven worden aan alle leerlingen, om het even welke religieuze of culturele achtergrond ze hebben. Maar je kunt die achtergrond wel binnenbrengen en respecteren. Een concreet voorbeeld. Seks is in de islam iets intiems, iets wat absoluut tot de privésfeer behoort en niet publiek in beeld komt, niet in boeken, niet in films, niet op televisie. Dat kun je respecteren zonder aan de inhoud van het lessenpakket te raken. Laat kinderen zelf aangeven in hoeverre ze expliciete beelden willen zien. Zo creëer je ook vertrouwen bij de ouders.”