Herwaardering arbeidsmarktgericht onderwijs vergt meer dan nieuwe minimumdoelen
Het heeft bloed, zweet en tranen gekost, maar de minimumdoelen (de hervormde eindtermen) voor de tweede en derde graad secundair onderwijs zagen nog net op tijd het licht om het volgende schooljaar te halen. “De minimumdoelen zijn een stap vooruit, maar om het arbeidsmarktgericht onderwijs te herwaarderen is meer nodig, veel meer”, zegt directeur Tom Rydant van GO! talent in Dendermonde. De school heeft een ruime waaier aan richtingen die voorbereiden op de arbeidsmarkt en die uitzicht geven op hoger onderwijs. Ook duaal leren bieden ze aan, een nog relatief nieuw spoor voor ambitieuze leerlingen die een vak willen leren.
“Met de nieuwe minimumdoelen gaan we de beoordeling van individuele leertrajecten in leren en werken en van voltijds onderwijs beter op elkaar kunnen afstemmen. De timing is uiteraard een ramp, maar ze zijn er nu en we moeten ermee aan de slag. We gaan al doende moeten leren om ermee om te gaan. Er zijn nog veel vraagtekens. Welk materiaal gaan we bijvoorbeeld krijgen van uitgeverijen?”
Kan de hervorming helpen om arbeidsmarktgericht onderwijs te herwaarderen? Tom Rydant: “De minimumdoelen kunnen helpen om onze opleidingen beter te laten aansluiten op de arbeidsmarkt én op het voortgezet onderwijs. Dat is zonder meer positief, maar die herwaardering hangt van veel meer factoren af.
Gelijkwaardigheid van onderwijsvormen benadrukken
De perceptie over technische en beroepsrichtingen heeft een historiek van tientallen jaren. Dat keer je niet zomaar om. We moeten anders leren communiceren over onderwijs en de gelijkwaardigheid van onderwijsvormen benadrukken. Alleen zo kunnen we de schotten wegnemen. Dat is een gedeelde verantwoordelijkheid van het hele onderwijsveld. Dat begint bij de overheid en de minister van Onderwijs, maar het geldt voor elke directie, elke inrichtende macht.”
GO! Talent gooide zelf het roer om. “Wij hebben alle schotten weggewerkt. Onze leerkrachten geven in alle onderwijsvormen les. Leerlingen komen dus overal dezelfde gezichten tegen, tot en met de leerlingbegeleiders. Ze ontmoeten elkaar op de speelplaats, zitten soms zelfs samen in de klas. Het is een hele cultuuromslag die ervoor zorgt dat leerlingen, ouders en leerkrachten heel anders kijken naar de verschillende richtingen. Geef jongeren de kans om bewust te kiezen voor die richting die het best bij zijn of haar talenten past, of dat nu een technische of theoretische richting is.”
In eigen boezem kijken
Dat geldt nog meer voor duaal leren. “Ook die leerweg moeten we in de markt zetten”, benadrukt Tom Rydant. “Het is een opleiding die ambitie vraagt van leerlingen die zich technisch willen bijscholen op de werkvloer. We zien dat daar leerlingen hun weg vinden die vroeger in leren en werken (deeltijds beroepsonderwijs, red.) zaten. Maar even goed leerlingen uit andere richtingen die tot het besluit komen dat dit voor hen de beste weg is om een vak te leren. Ook hier zijn nog veel schotten weg te werken. En ja, we mogen daarvoor als onderwijsverstrekkers zeker ook in eigen boezem kijken. Waarom is de perceptie over deeltijds onderwijs zo negatief? Omdat leerlingen vroeger letterlijk en figuurlijk geïsoleerd werden van hun leeftijdgenoten. Ze zaten in andere lokalen of andere campussen, soms zelfs verder buiten de stad. Dat is nefast voor de beeldvorming.”
Duaal leren mikt op leerlingen die arbeidsbereid en arbeidsrijp zijn, maar wat met de andere leerlingen die nu nog in leren en werken les volgen? “Die hebben nood aan een andere leerweg. We moeten daar met alle partners de koppen bij elkaar steken, ook welzijnspartners bijvoorbeeld. Welke opleiding hebben zij nodig en welke begeleiding moeten wij voorzien om hen te doen slagen? Snelle detectie is daarbij belangrijk. Nu belanden leerlingen veel te laat in deeltijds onderwijs, op een moment dat ze het vertrouwen in zichzelf en in hun omgeving helemaal kwijt zijn. Dan kun je alleen nog maar remediëren, terwijl we veel vroeger aan de slag zouden kunnen gaan met hun talenten.”
Vraag van bedrijven is groter dan het aanbod aan leerlingen
Het bedrijfsleven in regio Dendermonde staat te springen om leerlingen in duaal leren. “De vraag van bedrijven is groter dan het aanbod aan leerlingen”, stelt Tom Rydant vast. “De aantrekkingskracht bij leerlingen zit nog maar in de beginfase. We hebben hier nog veel groeimarge. We moeten daar wel doordacht mee omgaan. Nieuwe trajecten opstarten vraagt veel tijd en energie. Die moeten passen bij de interesses en talenten van jongeren, maar uiteraard ook bij wat bedrijven nodig hebben.”
Lees hier ons advies met grondige bijsturingen om van duaal leren een succes te maken.