Inspiratie voor een sterk basisonderwijs

Onze basisscholen staan centraal in het leven van kinderen, ouders en onderwijspersoneel. Over welke troeven beschikt het Vlaamse basisonderwijs om actuele uitdagingen aan te gaan? Op die vraag zochten we een antwoord met bijdragen van onderzoekers en prikkelende praktijkvoorbeelden tijdens een inspiratiedag over het basisonderwijs. Onderzoeker Ruud Lelieur (UAntwerpen) en Anne Vanderhaeghen, zorgleerkracht op het Sint-Janscollege basisschool Visitatie in Gent, waren te gast en geven een hoopvolle blik op de toekomst.

Vertrouwen koppelen aan hoge verwachtingen voor elk kind
Ruud Lelieur (UAntwerpen)
Vrouwelijke onderzoeker in gang van universiteit

Ambitieuze leerprestaties en gelijke kansen worden in het maatschappelijk debat over onderwijs vaak in de weegschaal gelegd. Ruud Lelieur zet daar het academisch optimisme tegenover. “Gelijke kansen  kunnen wel degelijk hand in hand gaan met hoge verwachtingen, voor elk kind, ongeacht de thuissituatie.”

Academisch optimisme bundelt drie kernbegrippen: academische gerichtheid, vertrouwen en doelmatigheid. “Drie theoretische begrippen, maar die je heel concreet kunt vertalen in de klascontext, ook in het basisonderwijs. Onderzoek toont aan dat academisch optimisme leerlingen beter doet presteren. Ik vond het heel mooi om te zien hoe de praktijkvoorbeelden op de inspiratiedag aantoonden dat dit vandaag al mogelijk is en ook effectief gebeurt.”

Leraren laten zich niet beperken door thuistaal of sociale context

Academische gerichtheid verwijst naar de focus op leren. “Ik zag op de inspiratiedag verschillende scholen die heel ambitieus aan de slag gaan rond bijvoorbeeld taal, rekenen of vakoverschrijdende projecten. Leraren vertrekken vanuit hoge en positieve verwachtingen om een verschil te maken. Ze laten zich niet beperken door thuistaal of sociale context. Als dat toch een hinderende rol blijkt te spelen, gaan ze breder kijken. Hoe kunnen we hiermee aan de slag en waar zit potentieel om stappen vooruit te zetten? Hoe kunnen we alle leerlingen uitdagen?”

Vertrouwen gaat over de bereidheid je kwetsbaar op te stellen naar leerlingen en ouders toe, vanuit de overtuiging dat zij daar positief op zullen reageren. Het gaat ook over het vertrouwen in motivatie en ambitie van ouders en leerlingen om samen een ambitieus leertraject uit te tekenen. “Dat contact met ouders en hun betrokkenheid is heel belangrijk. Je moet hen echt als partner aanspreken en zich welkom laten voelen. Basisscholen hebben daarbij het voordeel dat ouders sowieso meer contact hebben doorheen het schooljaar. Ik vond het heel verrijkend hoe de Vierdewereldgroep Mensen voor Mensen in Aalst daar een hele spelmethodiek rond uitgewerkt had voor scholen.”

Benoem successen en creëer zelfvertrouwen

Gevoelens van doelmatigheid bij leraren slaan op de overtuiging succesvol te zijn in wat je onderneemt, geloven dat wat je doet een verschil kan maken. Benoem die succeservaringen en breng ze in kaart. “Dat is uiteraard belangrijk voor de leerlingen, maar ook voor de leraren. Hier is ook een belangrijke rol weggelegd voor directies. Erken wat minder goed loopt maar benoem zeker ook uitdrukkelijk de successen. Dat creëert schoolteams met een sterk zelfvertrouwen waar veel kennis gedeeld wordt.”

Hoe moeten scholen nu aan de slag met het academisch optimisme? “Het is vooral een kader dat scholen helpt om de juiste keuzes te maken. Hoe zorg ik dat mijn leraren elkaar versterken? Hoe krijg je ouders mee als partner in het leerproces? En hoe creëren we ambitieuze doelen voor alle leerlingen? Vanuit het academisch optimisme kun je daar antwoorden op vinden in je eigen schoolcontext.

Taal is de sleutel tot kennis en andere vaardigheden
Anne Vanderhaeghen (Sint-Janscollege Basisschool Visitatie)
Kleuterjuf met kinderen in de klas

In het Sint-Janscollege basisschool Visitatie trokken ze lessen uit de KOALA-toets. “We stelden vast dat verhaalbegrip moeilijk liep”, legt zorgleerkracht en beleidsondersteuner Anne Vanderhaegen uit. “Via Expeditie Taal, in samenwerking met Odisee, en Kleine Kinderen Grote Kansen, waarvoor we samenwerkten met Arteveldehogeschool, kwamen we uit bij onze voorleesstrategie.

Voorlezen gebeurde al systematisch. “Elke dag boden we een nieuw verhaal aan. De woordenschat bleef te weinig hangen, zo bleek. Nu werken we meerdere weken rond hetzelfde verhaal. We gebruiken verschillende verteltechnieken en herhalen veel woorden, ook moeilijke woorden, zodat die goed geautomatiseerd worden.”

KOALA-toets als instrument om aan onderwijskwaliteit te werken

Over de KOALA-toets als instrument om aan onderwijskwaliteit te werken, is Anne enthousiast. “Dat is voor ons belangrijk geweest om precies te detecteren waar we voor onze kleuters vooruitgang konden boeken. Het is jammer dat de test soms als een sanctioneringsinstrument voorgesteld wordt. De toets dient om de luistervaardigheid en taalvaardigheid van kinderen in kaart te brengen. Het resultaat bekijken we altijd in een bredere context. Is er effectief een probleem van taalvaardigheid of gaat het om achterliggende oorzaken, zoals een beperkte focus, beperkte executieve functies, … Wij zullen de toets nooit gebruiken om ouders tot de orde te roepen of om kinderen de toegang tot de lagere school te ontzeggen. Daar passen wij voor. Integendeel, het is net een heel waardevol instrument om kleuters te remediëren zodat ze goed voorbereid aan het lager onderwijs kunnen beginnen.”

Het Sint-Janscollege is een diverse school met een groot aandeel kinderen van Turkse en Bulgaarse origine. “Daarom differentiëren we, niet in de leerstof die ze aangeboden krijgen, wel in de manier waarop. Kinderen kunnen bijvoorbeeld preteaching krijgen als extra voorbereiding.”

Thuistaal niet in het verdomhoekje

Thuistaal wordt op het Sint-Janscollege niet in het verdomhoekje geplaatst. “Dat werkt contraproductief, zeker bij de jongste kleuters, die nog maar een beperkte woordenschat hebben, ook in het Nederlands. Als we hen zouden verbieden om op school thuistaal te gebruiken, dan zullen ze misschien helemaal niets meer durven zeggen en dreig je spreekangst te ontwikkelen. We bieden heel actief en voortdurend Nederlandse taal en woordenschat aan, maar dat betekent niet dat thuistaal iets is om negatief naar te kijken. We hebben duidelijke afspraken volgens een vast kader over het gebruik van thuistaal. Dat is een belangrijke meerwaarde in het leer- en groeiproces.”

Dat geldt ook voor de ouders. “We hebben liever dat ouders in hun thuistaal veel interactie met hun kinderen hebben, dan dat ze zich verplicht zouden voelen om in gebrekkig Nederlands met hen te communiceren. Rijke interactie in de thuistaal zal kinderen ook helpen om sneller Nederlands te leren. We nemen ouders wel actief mee in het leertraject van hun kinderen. Dat geeft ons ook een beter zicht op de thuiscontext.”

Enorme impact van kleuterscholen op latere schoolcarrière

“Taal is de sleutel tot alles. Als ze aan de lagere school beginnen met onvoldoende basiskennis Nederlands, zullen ze bijvoorbeeld ook wiskundige begrippen moeilijk vatten, of instructies om te leren schrijven. In die zin hebben kleuterscholen een enorme impact op de latere schoolcarrière van kinderen.”

Fundamenten voor onderwijs aan jonge kinderen

Lees hier het advies over de Fundamenten voor onderwijs aan jonge kinderen: Voor elk kind een sterke start

Lees meer