Heldere doelstellingen en doelgerichte regels voor een wendbaar hoger onderwijs
Het hoger onderwijs beweegt zich in een samenleving die volop in verandering is en die ook universiteiten en hogescholen heel nadrukkelijk bevraagt. De explosief stijgende studentenaantallen, toenemende diversiteit van de studentenpopulatie, de digitale revolutie of mentaal welzijn bij studenten en personeel. Het is maar een greep uit de nieuwe uitdagingen die in snel tempo op het hoger onderwijs afkomen. Universiteiten en hogescholen moeten zich wendbaar kunnen opstellen om al die ballen in de lucht te houden. De Vlaamse Onderwijsraad organiseerde een reflectienamiddag waarin mensen uit het hoger onderwijs en beleidsmakers in dialoog gingen over hoe onze hogeronderwijsinstellingen daar het best kunnen op inspelen. Veerle Hendrickx (Karel de Grote-hogeschool) schetste wat daarvoor nodig is en hoe belangrijk gekaderde autonomie is voor het hoger onderwijs.
“Het hoger onderwijs heeft globaal genomen veel ruimte om wendbaar te zijn, en in te spelen op een veranderende interne en externe omgeving. Daar zijn we tevreden om”, benadrukt ze. “De aanpak tijdens de covid-periode is daar een uitgesproken voorbeeld van. Met een helder doel voor ogen heeft het hoger onderwijs sterk werk geleverd: studenten ondersteunen en begeleiden tot studiesucces. De wettelijke bepalingen die moesten aangepast worden, waren relatief beperkt in omvang. Die aanpak was heel succesvol.”
We zien tegelijk een tendens bij de overheid om strakke regelgeving op te leggen. Dat heeft impact op de wendbaarheid van de instellingen, maar ook van collega’s en studenten zelf.
“Studenten moeten weloverwogen keuzes kunnen maken tijdens hun studieloopbaan, te beginnen bij de keuze van de juiste studierichting”, duidt ze. “Ook dat is wendbaarheid: goed zicht hebben op alle factoren voor studiesucces, de puzzel juist leggen en dan de juiste optie kiezen. Alleen grijpt de overheid steeds nadrukkelijker in, vanuit de juiste bedoeling om het studiesucces te verhogen. De veelheid aan nieuwe maatregelen en regels dreigen echter het omgekeerde effect te hebben. Starttoetsen en de impact daarvan. De harde knip na het tweede jaar in de bacheloropleiding. Het wordt voor studenten steeds moeilijker om nog door de bomen het bos te zien. Het dreigt ervoor te zorgen dat ze nog weinig regie hebben over hun eigen studieloopbaan en studiesucces.”
De overheid heeft een cruciale rol om heldere doelstellingen te formuleren
Dat wil niet zeggen dat de overheid haar handen moet aftrekken van het (hoger) onderwijs. “Integendeel, de overheid heeft een cruciale rol om heldere doelstellingen te formuleren. Dat zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat zoveel mogelijk studenten hun studies binnen de 5 jaar moeten kunnen afronden. Dan zou je hogescholen en universiteiten zelf kunnen laten bepalen hoe ze die ambitie realiseren. Nu gebeurt het omgekeerde. Er worden veel nieuwe regels opgelegd zonder heldere doelstelling.”
Regels werken op die manier contraproductief. “Wij hebben bijvoorbeeld een traject 4x45 voor studenten in een kwetsbare positie. Het is een traject dat hen geleidelijk aan vertrouwd maakt met het hoger onderwijs, onder meer met een stevig pakket remediëring. Door alle nieuwe regels wordt onze ruimte voor zulke trajecten beperkt. De huidige regels houden veel te weinig rekening met de verschillende context van studenten. Er is bijvoorbeeld een groot verschil in doorstroom tussen beurs- en niet-beursstudenten. Het hoger onderwijs moet voldoende speelruimte hebben om in te spelen op de specifieke context van studenten,. Een veelheid aan uniforme regels beperkt die broodnodige speelruimte.
In de verhouding tussen hoger onderwijs en arbeidsmarkt zien we een gelijkaardige evolutie. We kunnen de afstemming onderwijs & arbeidsmarkt redelijk autonoom vormgeven en dragen de verantwoordelijkheid dat onze studenten klaar zijn voor de arbeidsmarkt.
Hogescholen doen het nodige om hun opleidingen te doen aansluiten bij de arbeidsmarkt. Kijk naar de educatieve bachelor of de opleidingen verpleegkunde of vroedkunde. Daar zit heel veel werkplekleren in. Wij leveren daar studenten af die zeer gegeerd zijn op de arbeidsmarkt.”
Het verhaal van de microcredentials is ook een mooi voorbeeld. “Die zijn vooral interessant voor studenten die al wat ouder zijn en via korte trajecten toch een of meer kwalificaties willen behalen. Zo kunnen ze zich verder ontplooien en staan ze ook sterker op de arbeidsmarkt. Ook hier zijn instellingen het best geplaatst om te kiezen voor welke vakken je zulke korte trajecten aanbiedt.”
Voldoende autonomie en heldere doelstellingen zijn meer dan ooit de sleutel tot succes van het hoger onderwijs
“Het concept duaal leren leidt dan weer tot meer regels en procedures. Het is ons nog niet duidelijk welke inhoudelijke meerwaarde dat moet opleveren. Dat is jammer, want het vermindert de wendbaarheid van de instellingen. Voldoende autonomie en heldere doelstellingen zijn meer dan ooit de sleutel tot succes in het hoger onderwijs.”