Opstart van het type basisaanbod in het buitengewoon onderwijs: uitdagingen en randvoorwaarden
Vanaf het schooljaar 2015-2016 gaan de maatregelen van het M-decreet geleidelijk van kracht. Zo schakelen vanaf 1 september 2015 alle scholen buitengewoon basisonderwijs die in het schooljaar 2014-2015 type 1 en 8 aanbieden, automatisch over naar het type basisaanbod. Type 1 en 8 worden geleidelijk aan afgebouwd.
Op dit ogenblik zijn er nog veel onduidelijkheden over de opstart van het type basisaanbod en de randvoorwaarden voor de implementatie ervan op school. Omdat de Vlor wil inspelen op veranderingen en vernieuwingen in het onderwijsveld, organiseerde hij daarover overleg. Dat resulteerde in een nota die volgende uitdagingen en randvoorwaarden voor de opstart aandachtspunten signaleert:
Download hier het volledige advies
- Er is nood aan een gezamenlijke visie op en een gezamenlijk begrippenkader over het type basisaanbod. Die moeten worden gedeeld met partners uit het buitengewoon onderwijs, het gewoon onderwijs, de clb’s, de betrokken welzijnsinstellingen en de arbeidsmarkt voor wat betreft het buso.
- De streefdoelen van het type basisaanbod en van het gewoon onderwijs moeten overeenkomen.
- De begeleiding van leerlingen die de overstap tussen het gewoon en het buitengewoon onderwijs maken, moet weloverwogen gebeuren.
- Inzetten op competentieontwikkeling en het uitwisselen van expertise tussen teams van het gewoon en buitengewoon onderwijs is een must.
- Een aantal onduidelijkheden betreffende de diagnostiek in het kader van het type basisaanbod moeten worden uitgeklaard.
- De uitrol van het type basisaanbod brengt extra opdrachten met zich mee. Daarvoor zijn extra middelen en tijd nodig.
- Voor het buso: de arbeidsmarkt moet betrokken worden bij de verdere uitrol van het type basisaanbod-OV3.
- De Vlor wil de vinger aan de pols houden en tijdig antwoorden kunnen bieden op leemtes en uitdagingen betreffende (de gevolgen van) de opstart van het type basisaanbod:
- De raad wil een forum zijn waar overleg georganiseerd wordt tussen de verschillende betrokken partners met het oog op verdere visieontwikkeling rond het type basisaanbod.
- Daarnaast wil hij in het beleidsvoorbereidend werk verder denkwerk leveren als vervolg op deze nota en adviezen formuleren op basis van de gegevens uit de monitoring van het type basisaanbod.