Advies over het studieaanbod voltijds gewoon secundair onderwijs

De overheid plant een nieuwe procedure voor het beoordelen van voorstellen voor nieuwe studierichtingen in het gewoon voltijds secundair onderwijs. Om daarvoor objectieve en evenwichtige criteria vast te leggen en om het bestaande aanbod te actualiseren en te rationaliseren, wil de overheid alle studiegebieden ‘screenen'.

De Raad Secundair Onderwijs bracht hierover twee adviezen uit.

  • Een over de nieuwe procedure voor het indienen, adviseren en goedkeuren van voorstellen voor nieuwe structuuronderdelen
  • En dit advies over het studieaanbod in het voltijds gewoon secundair onderwijs
De Raad Secundair Onderwijs beschrijft daarin zijn visie op het studiegebied Land- en Tuinbouw en doet voorstellen over de inhoud en structuur van het studieaanbod. Hij maakt ook algemene bedenkingen bij de criteria en de werkwijze voor de screening en actualisering van studiegebieden.

Toekomstvisie Land- en tuinbouw Voor zijn toekomstvisie baseert de raad zich op een analyse van de ontwikkelingen in de sector en van het bestaande opleidingsaanbod. Hij pleit voor meer nadruk op competenties als de bouwstenen van kwalificaties die afgestemd zijn op wat de sector nodig heeft. De opleidingen die tot kwalificaties leiden kan men indelen in drie grote clusters:

  • plantaardige productie
  • dierenverzorging en –productie
  • aanleg, beheer en bescherming van groene ruimtes
In de tweede graad zou de raad streven naar meer gemeenschappelijkheid zodat leerlingen kennis maken met de drie clusters. In de derde graad kiezen de leerlingen dan een kwalificatierichting uit één cluster. Afhankelijk van de verschillende contexten binnen zo'n cluster zijn dan verschillende kwalificaties mogelijk. Uitzondering is de opleiding biotechnische wetenschappen die een zuivere doorstroomopleiding is naast de drie clusters.

Voorstellen overheid Op basis van zijn eigen screening en toekomstvisie beoordeelt de Vlor de overheidsvoorstellen voor het studiegebied Land- en tuinbouw. Het schrappen van alle specialisatiejaren in de 3de graad TSO vindt de raad voorbarig omdat het debat over het hoger beroepsonderwijs nog volop loopt. Hij gaat niet akkoord met het verdwijnen van de studierichting Bloemsierkunst (BSO3) en de specialisatiejaren Bedrijfsleiding land- en tuinbouw (BSO3) en Agromanagement (TSO3). Het specialisatiejaar Landbouwdiversificatie (BSO3) en de naamswijziging van het specialisatiejaar Bosbouw naar Bos- en natuurbeheer (BSO3) vindt de Vlor wel terecht. De specialisatiejaren Landbouwmechanisatie (TSO3) en Tuinbouwmechanisatie (BSO3) zou de raad laten opgaan in een structuuronderdeel Land- en Tuinbouwmechanisatie, zowel op BSO- (waar het al bestaat) als TSO-niveau. Over het overheidsvoorstel voor een nieuwe studierichting Agro-automatisatie (TSO3) geeft de raad geen advies wegens te weinig informatie.

Download hier het volledige advies (PDF, 4.46MB)