Advies over de invulling van de derde graad in het studiegebied Land- en tuinbouw

De Raad Secundair Onderwijs heeft de minister geadviseerd hoe het studieaanbod van de derde graad van het studiegebied Land- en tuinbouw er in de toekomst best zou uitzien.

De raad volgt de indeling in twee grote leerwegen die de overheid behoudt voor de tweede en derde graad:

  • zuiver kwalificatiegerichte BSO-opleidingen die rechtstreeks voorbereiden op de arbeidsmarkt. Omdat de competenties die de leerlingen verwerven vrij ruim opgevat zijn, vindt de raad het raadzaam dat zij nog een zevende jaar volgen om een doorgedreven specialisatie in een bepaalde subsector te bereiken;
  • technisch-wetenschappelijke TSO-opleidingen die kwalificatie- en doorstromingsgerichte competenties combineren. De Vlor is van oordeel dat deze opleidingen in het studiegebied Land- en tuinbouw sterk wetenschappelijk getint moeten zijn en overwegend gericht op doorstroom naar het hoger onderwijs.

Plant, dier & natuur en groen De tweede graad Land- en tuinbouw is breed opgevat. Een BSO-richting Plant, dier en milieu en een TSO-richting Plant-, dier- en milieutechnieken met daarnaast de richtingen Paardrijden en –verzorgen (BSO) en Biotechnische wetenschappen (TSO).

De Raad Secundair Onderwijs heeft over een nieuwe invulling van de derde graad nagedacht vanuit een top-downbenadering. Hij is vertrokken van een eigen voorstel van beroepskwalificaties voor de ruime sector van groen en land- en tuinbouw om een algemeen kader te maken van 3 clusters: natuur en groen, plant en dier. Op basis daarvan stelde hij deze invulling van het studieaanbod van de derde graad Land- en tuinbouw op.

Derde graad BSO Voor de derde graad BSO stelt de raad vijf studierichtingen voor naast Paardrijden en –verzorgen: Dierenzorg, Groendecoratie, Landbouw, Natuur- en groenbeheer en Tuinbouw en groenvoorziening. Voor het derde leerjaar stelt de raad 10 specialisatiejaren voor bovenop Manègehouder-rijmeester. Twee zijn echt nieuw: Boomverzorging en Aanleg en onderhoud van sport- en recreatieterreinen. De overige zijn ofwel bestaande opleidingen Bloemsierkunst, Gespecialiseerde dierenverzorging, Land- en tuinbouwmechanisatie en Veehouderij en landbouwteelten ofwel omvormingen daarvan Agro-economie, Bosbouw en –beheer, Tuinaanleg en –onderhoud en Tuinbouwproductie.

Derde Graad TSO Voor de derde graad TSO stelt de raad naast Biotechnische wetenschappen, drie opleidingen voor die eerder op doorstroming naar vervolgonderwijs gericht zijn: Diertechnische wetenschappen, Natuur- en groentechnische wetenschappen en Planttechnische wetenschappen. Ze bestaan uit een technisch-wetenschappelijk gerichte stam die aansluit bij een cluster en één optioneel deel dat verdiepende competenties uit dezelfde cluster bevat of competenties uit een andere cluster.

Het aangekondigde HBO4 hoeft geen reden te zijn om nu geen specialisatiejaren TSO in te richten. De raad stelt twee omvormingen van bestaande TSO-opleidingen voor: Agro- en groenbeheer en Agro- en groenmechanisatie.

Milieu en ondernemingszin De raad vindt tot slot dat leerlingen in alle opleidingen van de derde graad Land- en tuinbouw kerncompetenties in verband met milieu en ondernemingszin moeten verwerven.

Download hier het volledige advies (PDF, 244.68KB)