Advies over de herziening van de eindtermen en ontwikkelingsdoelen voor wereldoriëntatie (BAO) en natuurwetenschappen, techniek en vakoverschrijdende eindtermen (SO)

De Vlaamse Onderwijsraad heeft de wenselijkheid, haalbaarheid en aanvaardbaarheid beoordeeld van de gedeeltelijke herziening van de eindtermen en ontwikkelingsdoelen voor wereldoriëntatie (domeinen natuurwetenschappen en techniek) in basisonderwijs en natuurwetenschappen en techniek in secundair onderwijs en de vakoverschrijdende eindtermen (eveneens SO). In het algemeen is de raad het eens met de inhoud van de voorgestelde aanpassingen. Maar hij wijst de overheid in dit advies enkele belangrijke voorwaarden aan voor een geslaagde implementatie van deze herziening in verband met de juridische onderbouwing, de competenties van de leraren, de communicatie vanwege overheid en leerplanmakers aan de scholen en de timing.

Het advies heeft vier onderdelen.

  1. Gemeenschappelijke beoordeling

    Vanuit maatschappelijk oogpunt vindt de raad het wenselijk dat de eindtermen en ontwikkelingsdoelen voor (de WO-domeinen) natuurwetenschappen en techniek geactualiseerd worden. Ook vanuit het perspectief van de leerlingen (en cursisten) beoordeelt de raad de voorstellen positief. Zij leggen de kiem voor aantrekkelijke en uitdagende leerinhouden. Want zij stimuleren geïntegreerd werken, besteden evenwichtige aandacht aan begrijpen, hanteren en duiden zodat leerlingen techniek ook al doende kunnen ervaren, en ze geven een brede benadering van techniek. De raad is ervoor beducht dat de herziening de werkdruk voor de leerlingen zouden doen stijgen. Hij vraagt om daar in het evaluatieonderzoek op te letten en somt mogelijke oorzaken op van verhoogde werkdruk.

    Samenhang De Vlor erkent dat de wijzigingen de overgang tussen het basis- en secundair onderwijs voor sommige thema's verbeteren dankzij een doorgaande leerlijn. Maar hij is bezorgd omdat de aanpassingen ook gevolgen kunnen hebben voor de afstemming met anders sectoren, vakken en scharniermomenten. Bijvoorbeeld de samenhang tussen gewoon en buitengewoon onderwijs. De raad vraagt een gefaseerd plan van de herziening van de andere eindtermen. Als bijlage voegt hij daarom zijn standpunt toe in verband met de wijze van aanpassen van de eindtermen dat hij in januari 2008 heeft uitgebracht.

    Juridische basis De Vlor formuleert een aantal bemerkingen in verband met de juridische basis van de herziening van de eindtermen. Het is onder meer niet duidelijk of er bovenop de eindtermen en ontwikkelingsdoelen nog andere documenten decretaal bekrachtigd zullen worden.

    Invoering De raad is gewonnen voor een progressieve invoering van de eindtermen en ontwikkelingsdoelen wereldoriëntatie en wetenschappen en techniek, samen met de wijzigingen voor Nederlands en moderne vreemde talen vanaf 2010-2011.

    Competenties van de leraren De herziening van de eindtermen zal relatief grote gevolgen hebben voor de competenties van de learen en de invulling van hun opdracht. De Vlor vraagt dat de lerarenopleidingen kandidaat leraren daarop voorbereiden. Voor het basisonderwijs moeten leraren vooral voor het domein techniek nieuwe competenties verwerven. (Kleuter)onderwijzers moeten hun competenties op dat vlak voldoende intensief kunnen bijschaven via nascholing en pedagogische begeleiding. Voor de eerste graad moeten de lerarenopleidingen voldoende voorbereiden op de geïntegreerde aanpak van fysica, chemie en biologie; vakken waarvoor nu afzonderlijke opleidingen bestaan. De vernieuwde benadering van techniek vraagt eveneens gepaste maatregelen in de lerarenopleiding én de nascholing.

  2. Deel basisonderwijs De Raad Basisonderwijs beklemtoont dat de geïntegreerde aanpak van wereldoriëntatie belangrijk blijft en dat de overheid dat in de communicatie over de gewijzigde eindtermen duidelijk moet maken. Hij vraagt daarnaast om in de teksten niet de indruk te wekken dat de notie ‘basisvorming' haar intrede zou doen in het basisonderwijs.
  3. Deel secundair onderwijs De Raad Secundair Onderwijs waardeert het nieuwe concept voor de vakoverschrijdende eindtermen die hen losmaakt van graden en onderwijsvormen (leren leren uitgezonderd) en ze geschikter maakt voor projectwerking. Hij vindt wel dat er nog overleg nodig is over hoe de vakoverschrijdende eindtermen ingevoerd en gecontroleerd zullen worden. De raad vraagt een ‘implementatieperiode' die scholen voldoende tijd geeft om de nieuwe aanpak ingang te laten vinden zonder dat ze er in een doorlichting al op worden gecontroleerd. De raad vindt dat de toelichting sterker in de verf mag zetten dat, behalve de school, ook de leerlingen zelf, informeel en non-formeel leren en de maatschappelijke context grote invloed hebben op het nastreven van sommige vakoverschrijdende eindtermen. Onthaalklas De Raad Secundair Onderwijs stipt nogmaals aan dat de eindtermen Nederlands voor nieuwkomers een te zwaar pakket algemene ontwikkelingsdoelen bevat, dat voor een deel van de raadsleden zelfs niet thuishoort in de onthaalklassen wegens onhaalbaar.
  4. Basiseducatie en Aanvullende algemene vorming De Raad Levenslang en Levensbreed Leren vraagt de overheid om bij de implementatie van deze aangepaste eindtermen in de basiseducatie en in de aanvullende algemene vorming maximaal rekening te houden met het doelpubliek van deze opleidingen. Vooral het nieuwe concept van de vakoverschrijdende eindtermen zal gevolgen hebben voor de CVO's.
  5. Standpunt wijze van aanpassen Op verschillende plaatsen in het advies druk de Vlor zijn bezorgdheid uit voor problemen met de samenhang tussen de eindtermen en ontwikkelingsdoelen als gevolg van de gespreide aanpassingen. Daarom heeft de raad zijn standpunt over de wijze van aanpassen van de eindtermen uit januari 2008 als bijlage toegevoegd aan het advies. Een tweede bijlage bevat een minderheidstandpunt bij het deel secundair onderwijs van het advies.
Download hier het volledige advies (PDF, 239.13KB)