Advies over DBSO in de toekomst

Ter gelegenheid van 20 jaar deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) doet de Raad Secundair Onderwijs een reeks voorstellen om het DBSO en de waardering ervoor in de toekomst te verbeteren.

De raad pleit er in zijn advies voor om in het DBSO ook te streven naar een voltijds engagement van de jongere. Samen met extra inspanningen vanwege de overheid en de sociale partners zou dat er moeten voor zorgen dat het DBSO beter zijn oorspronkelijk doel bereikt: de integratie in de maatschappij bevorderen, onder meer via inschakeling op de arbeidsmarkt, en op die manier de jeugdwerkloosheid indijken en de onderwijskansen van sociaal zwakkere groepen verhogen. Nu volstaat het dat de jongere de 15 wekelijkse lestijden volgt om aan de leerplicht te voldoen. De rest van de week is het de bedoeling dat hij/zij meedraait op de arbeidsmarkt. Maar ondanks inspanningen zoals het project ‘alternerend leren' en ‘brugprojecten' blijft een te groot aantal DBSO-jongeren (44%) werkloos.

Engagementen De Raad stelt voor om de inspanningen nog op te drijven en te streven naar een alternerend systeem waarin de jongere én zijn ouders zich bij inschrijving engageren om buiten de 15 wekelijkse lestijden te proberen werkplekopleiding en arbeidservaring op te doen, al dan niet via voortrajecten. Daartegenover moeten engagementen staan van de andere partners in het DBSO. De centra DBSO zorgen voor individuele trajectbegeleiding, de overheid en de sociale partners zorgen samen voor genoeg aanbod en middelen zodat DBSO-jongeren inderdaad via voortrajecten en verschillende soorten werkplekopleidingen de nodige werkervaring kunnen opdoen.

De raad doet een aantal voorstellen om dit voltijds engagement te ondersteunen. Zo zou in de loop van een schooljaar meer flexibiliteit wenselijk zijn in de verhouding tussen algemene, technische en praktische vakken tijdens de 15 wekelijkse lestijden. Zo kan het centrum beter een individueel leertraject uitstippelen op maat van de jongeren. Op jaarbasis blijft de huidige verhouding behouden.

Omdat begeleiding vanwege het centrum belangrijker wordt, stelt de raad voor om het ambt ‘studiemeester-opvoeder' te vervangen door enerzijds ‘administratief medewerker' en anderzijds een nieuw ambt van ‘trajectbegeleider DBSO'.

Werknemersleerlingwezen De raad schuift het contract ‘werknemersleerlingwezen' naar voor als de beste vorm van werkplekopleiding. Hij ziet het daarom graag uitgebreid naar alle sectoren en aangepast aan de regelgeving van het onderwijs. Andere contracten blijven uiteraard mogelijk.

Ten slotte vraagt de Raad Secundair Onderwijs om de projectmatige financiering die in het DBSO bestaat naast de structurele middelen, eveneens om te zetten in een structurele financiering door de werkingsmiddelen en omkadering stapsgewijs te verhogen.

Download hier het volledige advies (PDF, 138.03KB)