Advies inzake het gebruik van ICT in het secundair onderwijs

De Raad Secundair Onderwijs diept in dit advies een aantal vaststellingen over ICT in het onderwijs uit, die de inspectie opnam in haar jaarverslag 1999-2000. Dit advies is niet in tegenspraak met de ‘Visietekst ICT in het onderwijs 2002-2004' van de minister maar besteedt meer aandacht aan de randvoorwaarden. Het vormt in die zin een goede aanvulling. De inspectie stelt onder meer vast dat de meeste scholen over redelijk recente infrastructuur beschikken maar dat die meestal alleen volstaat om aan de behoeften van de ICT-gebonden vakken en de administratie te voldoen. Voor andere vakken beperkt computergebruik zich veelal tot een demonstratie of eenmalig project, maar maakt het nog geen deel uit van de werkvormen. Nochtans verhoogt het de interesse van de leerlingen. De nascholingsinspanningen zijn groot maar ongelijk verdeeld over de leerkrachten en er is daarvoor nog geen globale strategie. ICT-basiskennis en -vaardigheden De raad vindt dat er tussen het basis‑ en secundair onderwijs een taakverdeling moet komen over wie welke kennis en vaardigheden in verband met ICT aanbrengt, zodat er een continue leerlijn ontstaat. Het einddiploma secundair onderwijs moet een waarborg zijn dat de leerling voldoende ICT-competenties heeft om maatschappelijk te kunnen functioneren. De leerplannen moeten de evolutie daarom volgen. Het uitreiken van de getuigschriften moet een opdracht van onderwijs blijven. De raad kant zich dus tegen commerciële initiatieven zoals het European Computer Driving License (ECDL). Leren door ICT Computergebruik kan helpen om onderwijsdoelen op een (meer) efficiënte manier te bereiken en om een krachtige leeromgeving uit te bouwen. Leren door ICT staat in onderwijs nog in de kinderschoenen. Het onderwijs heeft dit gebruik van ICT nog niet helemaal aanvaard én kampt met een groot gebrek aan expertise. Als men van ‘leren door ICT' echt werk wil maken, zal men leraren tijd en ruimte moeten geven om te experimenteren. Een ICT beleidsplan De verdere uitbouw van de infrastructuur is uiteraard noodzakelijk om de onderwijsdoelen te bereiken. De raad pleit daarom om de bestaande projecten verder te zetten. Maar om te vermijden dat scholen te sterk de klemtoon leggen op het verwerven van pc's, zouden ze een ICT-beleidsplan moeten opstellen dat deel uitmaakt van het schoolbeleidsplan. Daarin leggen ze vast welke vernieuwingen, waarvoor ICT een hulpmiddel kan zijn, ze willen bereiken en hoe ze dat gaan aanpakken. Het plan gaat over pedagogisch-didactische en technische expertise, over de infrastructuur en over de organisatorische aspecten. De Vlor suggereert om rekening te houden met doelgroepen die thuis niet altijd over ICT-infrastructuur beschikken, bijv. door de schoolinfrastructuur na de schooluren als een open leercentrum open te stellen. De raad ondersteunt de huidige overheidsinspanningen voor de ICTcoördinatie. Maar de vrijgemaakte middelen volstaan niet om het uitgebreide takenpakket van een ICT-coördinator te dekken. De leraren niet vergeten De leraren moeten leren over en leren door ICT waarmaken in de klas. Dat vraagt relevante didactische kennis en vaardigheden. Adequate nascholing is hiervoor erg belangrijk. Maar ook de lerarenopleidingen moeten meer aandacht besteden aan ICT‑gebruik in onderwijs. Zij zouden van ICT‑leeromgevingen ook een criterium kunnen maken bij de selectie van stageplaatsen.
Download hier het volledige advies (PDF, 116.17KB)