Advies over de tussentijdse evaluatie decreet volwassenenonderwijs

Naar aanleiding van het rapport over de tussentijdse evaluatie van het decreet volwassenenonderwijs brengt de Vlor op eigen initiatief een advies uit. Hij vindt het belangrijk dat in die evaluatie de stem gehoord wordt van alle bij het onderwijs betrokken actoren zoals vertegenwoordigd in de Vlor. De raad heeft met dit advies geenszins de bedoeling volledig te zijn. Naar aanleiding van deze tussentijdse evaluatie mogen nog geen fundamentele decreetswijzigingen gebeuren. De Vlor focust op de meest opvallende vaststellingen en op punten die volgens hem zeker het voorwerp moeten vormen van de evaluatie ten gronde in 2012-2013:

  • De structuur en de opdrachten van de consortia;
  • De organisatiestructuur van de begeleiding, de ondersteuning en de kennis- en expertiseontwikkeling in het volwassenenonderwijs;
  • De beleidsvisie op vestigingsplaatsen en op de begrippen regio-eigen en regiovreemd;
  • De principes voor de financiering/subsidiëring van de centra.

De Vlor herhaalt ook enkele principes van waaruit de evaluatie ten gronde en de eventuele daaruit voortvloeiende bijsturingen van het decreet dienen te vertrekken:

  • Samenwerking tussen de centra onderling – al dan niet netoverschrijdend; tussen de begeleidingsdiensten; tussen de begeleidingsdiensten en het VOCVO; met andere publieke opleidingsverstrekkers en tussen de cvo en de hogescholen in het kader van de organisatie van hbo5-opleidingen.
  • Zowel de sterktes als de zwaktes moeten in de evaluatie benoemd worden;
  • Realiteitszin: de opdrachten van de centra en van de begeleidingsdiensten dienen in verhouding te staan van de toegekende middelen;
  • Eenvoudige en transparante structuren;
  • Een hogere deelname aan levenslang en levensbreed leren.

De Vlor meent dat het decreet volwassenenonderwijs voorlopig slechts op een beperkt aantal punten moet worden bijgestuurd, met name:

  • Een sluitende regeling om af te wijken van de rationalisatienorm;
  • Een mogelijkheid om de toekenning van onderwijsbevoegdheid te koppelen aan een vestigingsplaats;
  • Een sluitende regeling voor de onderwijsbevoegdheid voor onderliggende certificaatopleidingen.

Ten slotte dringt de Vlor aan op de uitvoering van een aantal eerder gemaakte beleidskeuzes of engagementen:

  • Een implementatie van het decreet betreffende de Vlaamse kwalificatiestructuur die inspeelt op de specificiteit van het onderwijs;
  • Studiefinanciering voor de cursisten van tweedekansleerwegen, cursisten van de specifieke lerarenopleidingen en cursisten van de hbo5-opleidingen in het volwassenenonderwijs;
  • Middelen voor infrastructuur;
  • Tegemoetkomen in de kosten van de visitaties in de specifieke lerarenopleiding en hbo5.
Download hier het volledige advies (PDF, 239.92KB)